Column: ‘Donald denkt door’

De onverwoestbare verpakking

Door Donald Esser.

Ik was even bij de eerste hulp van het ziekenhuis. Geen zorgen, niks ernstigs; alleen mijn arm uit de kom. De oorzaak? Niet een heroïsche reddingsactie of een sportblessure. Nee, ik probeerde een blikje cola light open te maken. Dat lipje, dat kleine metalen stukje dat zogenaamd ontworpen is voor ‘gemak’, brak af. En daar lag ik dan, spartelend als een vis op het droge, met een dicht blikje en een open schouder.

Het is een wonder dat de moderne mens nog niet massaal uitsterft aan al die zogenoemde ‘handige’ verpakkingen. Neem de vleeswaren van de supermarkt. Je weet wel, die plastic doosjes met dat microscopische lipje in de een of andere hoek – om in Sinterklaasstemming te komen – dat je eerst tien minuten moet zoeken. Dan probeer je het voorzichtig, want je wilt niet dat de ham tegen het plafond belandt. En klik, daar schiet toch uiteindelijk het lipje los.

En dan heb ik het nog niet over de Pedigree-hondenstokjes. Wie dat plastic heeft ontworpen, haat óf honden, óf mensen met reuma. De verpakking is hermetisch afgesloten alsof het radioactief materiaal bevat. Ik trek, ik bijt, ik gebruik uiteindelijk een schaar en ja hoor, daar vliegt de helft van de inhoud over de vloer. De hond blij, ik minder.

De ironie? Alles heet tegenwoordig ‘easy open’, ‘handig hersluitbaar’ of ‘met verbeterde grip’. Voor wie dan? Voor de Hulk? Voor de wat jongeren onder ons: De Hulk is een fictieve superheld van Marvel, ontstaan in 1962. Wetenschapper Bruce Banner verandert door gammastraling in een gigantische groene krachtpatser wanneer hij boos wordt. Hulk belichaamt woede en kracht. Zelfs hij zou vloeken bij het openen van een pakje kaas.

Ondertussen word ik dagelijks geconfronteerd met mijn eigen sterfelijkheid, niet door ziekte, maar door cellofaan. En het mooiste is: als je klaagt, zegt iemand altijd: “Dan gebruik je toch gewoon een schaar?” Ja, natuurlijk, ik loop standaard met een gereedschapskist naar de koelkast. Volgende stap: een helm en veiligheidsbril bij het openen van een gesealde verpakking.

Dus verliet ik het ziekenhuis met een mitella en een dorst die niet gelest wordt. Het blikje cola achterlatend. Onaangetast, alsof het me uitlacht. De dokter vroeg of ik er iets van geleerd heb. Jazeker. Dat het echte gevaar in het leven niet op straat loert, maar in het schap van de supermarkt.

Volgende week schrijf ik vanuit revalidatie; als ik tenminste het toetsenbord nog kan bedienen..