Oud Nuus boordevol Aalsmeerse historie

AalsmeerOud Nuus haakt in op de landelijke actualiteit van Corona/Covid en (tot eind november) 26 Aalsmeerse sterfgevallen. In de extra dikke decembereditie gaat Oud Nuus in op pandemieën die in vroeger eeuwen Aalsmeer bereikten. Met antivaxxers rond 1800. In deze editie wordt ook teruggeblikt op twee eeuwen, vaak grensverleggende  architectuur in de gemeente.

Van Pest en pokken

Onder de titel ‘van pest tot pokken’ schetst historicus Jan Willem de Wijn een beeld van zes wereldwijde besmettelijke ziekten die onder onze voorouders slachtoffers hebben geëist. Van lokale lijders aan lepra werd geen spoor gevonden, maar Aalsmeerders die naar centrum Amsterdam gingen, kwamen langs  het leprozenhuis. Er werd in het Aalsmeer van de zeventiende eeuw gewaarschuwd om mogelijk besmette huizen (zelfs dat van de schout) ‘ te mijden als de pest’. In 1804 stierf de veertienjarige Aalsmeerse scholier Dirk Willems Keessen. Zijn houten rugzak (prentenbord) is jarenlang niet aangeraakt uit vrees voor besmetting, maar maakt nu deel uit van de collectie van Oud Aalsmeer. Het blad toont een cartoon van rond 1800 waarin koeienkoppen na vaccinatie uit mensen groeiden. Het menselijk vaccin was geënt op dat van koepokken. Daar komt ook de term vaccineren vandaan; het stamt af van ‘vacce’, latijn voor van koeien.

Toonaangevende architectuur

In het blad sluit architect Jack Breen, voormalig hoofddocent aan de TU Delft, zijn miniserie over ontwikkelingen in de Nederlandse architectuur, toegespitst op Aalsmeer, af. In deze zesde aflevering geeft hij voorbeelden van hoe in de plannen voor de Stommeer en Hornmeer het ‘handschrift’ van J.F. Berghoef zichtbaar bleef. Na een periode van consolidatie, waarin sommigen ook wel een ‘Nieuwe Truttigheid’ herkenden, brak een tweede bloeiperiode van de Nederlandse architectuur aan. Een belangrijke rol in het ontstaan van deze ‘New Wave’ was weggelegd voor rijksbouwmeester Tjeerd Dijkstra, ook bekend als de ontwerper van het (inmiddels verdwenen) Aalsmeerse postkantoor aan de Stationsweg, die vooral jonge architecten kansen bood. Breen belicht enkele van hun projecten aan de hand van dynamiek en transparantie, alsook massa en licht. En terugkijkend signaleert hij dat de laatste twee eeuwen het aangezicht van de gemeente Aalsmeer een ingrijpende transformatie heeft ondergaan, vooral in de afgelopen decennia. “De impact van deze metamorfose is het meest acuut waarneembaar in de ooit ingetogen biotoop van de ‘Buurt’. Het oorspronkelijk smalle dijkweggetje, met aan weerszijden vruchtbare landjes en traditionele boerderijen, is verworden tot een forenzen-renbaan langs oversized ‘landhuizen’, opgetrokken in een hardhandige, pseudo-traditionele beeldtaal. Een veranderingsproces dat zich onverminderd lijkt voort te zetten”

80 jaar Verhoef

Dit jaar bestaat de firma Verhoef Aluminium Scheepsbouwindustrie BV tachtig jaar. In Aalsmeer vooral bekend van de oranje vrijeval reddingsboot die tegenover de Aalsmeerderdijk hangt. Maar in het verleden heeft Verhoef vele pleziervaartuigen, van roeiboten tot luxe motor- en zeiljachten gebouwd. Edith Verhoef staat stil bij dit jubileum. 

Pioniers in polder

Magda van der Schilden citeert in Oud Nuus haar tante Johanna Eigenhuis-Boomhouwer. Die noteerde in 1952 haar herinneringen aan wat haar vader Klaas Boomhouwer (III) verteld had over zijn ouders. Uit het verhaal rijst de sfeer op van familie als een sociaal vangnet voor verweesde kinderen. Klaas liet in 1872 als een van de eersten een huis bouwen in de Oosteinderpoelpolder.

Hongaarse kindertreinen

Door enorme voedseltekorten na de Eerste Wereldoorlog werden de levens van tienduizenden jonge Hongaarse kinderen bedreigd. In 1919 was opgericht: ‘Aalsmeerder Comité tot Hulpverlening aan noodlijdende kinderen uit Oostenrijk en Hongarije’. Een soort ‘save the children’ actie werd een eeuw geleden op touw gezet. In tien jaar tijd kwamen 28.000 kinderen met de trein uit Budapest naar Nederland om drie maanden aan te sterken. Naar schatting 3.000 van die kinderen zouden niet terugkeren naar Hongarije. Een daarvan was de in 1923 vierjarige Rozsa Szlezak (zie foto). Zij vond pleegouders bij Willem van Zijverden en Antje Brussée op Aalsmeerderdijk 365.  Rozsa’s kleindochter Anne Kortenoever zou graag weten hoe het haar is vergaan in Aalsmeer. 

Eerste landing

Bij zijn zoektocht naar Aalsmeer en cholera kreeg Jan Willem de Wijn nog een ‘bijvangst’ in de schoot geworpen. In de krant De Stem stond:  “Op 19 september 1853 steeg op het Drilveld in Amsterdam (later locatie Paleis van Volksvlijt) de Franse ballon ‘Le Colossal’ op. Onder het schuitje van ballonvaarder Lassaigne was een paard bevestigd en daarop zat Julio, zijn kompaan. Tevens kon een passagier tegen betaling mee omhoog voor een tochtje. “Zo steeg hij op om 02.30 ure en om 03.30 ure is de ballon neergelaten in een polder bij Aalsmeer.” 

Oud Nuus is verkrijgbaar bij Het Boekhuis en bij de Bruna voor 7,50 euro. Begunstigers van de stichting Oud Aalsmeer (vanaf 25 euro per jaar) ontvangen het blad vier keer per jaar.