Afterparty met Jan Rot na ‘Chez Brood’

Aalsmeer – Door ziekte van de toetsenist van de Wild Romance, kan de geplande afterparty na ‘Chez Brood’ helaas niet doorgaan. De voorstelling gaat uiteraard gewoon door. Er is gezocht naar een passende andere act en deze is gevonden in Jan Rot, de bandleider van de voorstelling ‘Chez Brood’. Jan Rot geeft na afloop van de voorstelling, rond 23.00 uur, een muzikale Meet & Greet met songs van Herman Brood in de gezellige Pianobar.

Vrijdag 25 maart is deze muzikale voorstelling in het Crown Theater Aalsmeer. Er zijn nog kaarten te koop bij het Boekhuis in de Zijdstraat, Espago in de Ophelialaan en de Marskramer in winkelcentrum Kudelstaart en, indien voorradig, aan de zaal. ‘Chez Brood’ begint om 20.00 uur, zaal open vanaf 19.30 uur.

De voorstelling over Herman Brood is een eerlijk en liefdevol muzikaal portret waarin precaire onderwerpen niet worden gemeden. Brood, de muzikant. Brood, de kunstenaar. Brood, de volstrekt unieke, creatieve geest die weigerde volwassen te worden. 2016 is het Herman Brood-jaar; de rock & roll-legende zou 70 geworden zijn. Vijftien jaar na het overlijden van zijn vriend schrijft Bart Chabot, in samenwerking met Xandra Brood, een eerlijk en liefdevol muzikaal portret waarin precaire onderwerpen niet worden gemeden.

In ‘Chez Brood’ zie je naast Herman (Stefan Rokebrand) ook een aantal hele belangrijke personen om hem heen; zijn vrouw, zijn moeder en zijn goede vrienden Jules en Bart (gespeeld door Owen Schumacher). Uiteraard komen hits als ‘Saturday Night’, ‘Dope Sucks’, ‘Rock ‘n’ Roll Junkie’ en ‘Never Be Clever’ voorbij, gespeeld door een live band onder leiding van niemand minder dan Jan Rot.

Bart Chabot: “Herman wilde ooit nog een solovoorstelling maken. Die show zou ‘Chez Brood’ gaan heten. Hij wilde voor het toneelgordijn gaan zitten en over zijn leven vertellen, als een kachel waaraan het publiek zich kon warmen. Dat had hij zonder meer gekund, want je leefde op van hem. Na Hazes en Shaffy werd het de hoogste tijd voor een meeslepend document over Herman. Want dat heeft hij verdiend.”