Aalsmeer – Ik zit aan mijn schrijftafel voor het raam en staar naar het licht kabbelend water. Het is stil, stil op het water, stil in de natuur. In deze donkere januariweken lijkt de tijd te kruipen. De bomen zwaaien met hun zwarte depressieve takken langzaam heen en weer, alsof ze geen zin meer in het leven hebben. De oude dode rietkragen langs de oever dragen troosteloos hun pluimen. Het is mistig, grijs en grauw.
Hé BOB! Wakker worden! Niet zo depri-negatief! Overnieuw!
Ik zit aan mijn schrijftafel voor het raam en kijk naar het rustig kabbelende water. Het is stil, stil op het water, stil in de natuur. De tijd tikt langzaam door. En…. als je goed kijkt gebeurt er van alles. De eik met haar jonge takken, waarvan de knoppen al zichtbaar zijn, speelt met de berk naast haar, zwiepend en zwaaiend; het spel van de winter dat plaats maakt voor de lente.
De geel gouden rietkragen tonen trots hun winterpracht met de afgestorven pluimen. Het winterzonnetje komt voorzichtig kijken en geeft dit tafereel een hartverwarmende gloed. De sneeuwklokjes piepen door het dikke herfstgebladerte in de tuin. Zij laten als eerste zien dat de lente echt weer gaat komen, zelfs als er nog een ijzige winterperiode komt in februari en maart.
Privégesprekken
Op twee meter afstand van mij landt met veel bravoure mijn vriend de reiger op de sluisdeur. Hij komt iedere dag vissen naast de ark, maar niet zonder mij te begroeten en daarna, via het domein van de kippen, trots het schuine talud af te lopen tot onder de steiger, waar hij dan tijden doodstil in het water kan staan tot de juiste vis langs zwemt.
Voor het gemak spreek ik altijd over ‘hij’ als ik het over mijn vriend de reiger heb. Reigersvrouwtjes en -mannetjes hebben een identiek uiterlijk en zelfs voor de reigers is het moeilijk om de andere sekse te herkennen. De hofmakerij gaat daarom dan ook met veel ceremoniële gebaren. Uit de reacties op zijn paringsspel kan de reiger opmaken of hij met een mannetje of vrouwtje te maken heeft.
De reiger komt al jaren, we kennen elkaar inmiddels door en door. Wij voeren hele dialogen.
Bij de eilanden en slootjes van de Westeinderplassen is hij uit het ei gekropen. Een grof rommelig nest van takken op een paar meter boven de grond, in het struikgewas van de Westeinderdijksloot, was de kraamkamer.
Wat wij samen bespreken houd ik privé, maar hij maakt mijn liefde en passie voor de natuur alleen maar sterker. De reiger kijkt me nog even doordringend aan. Terwijl ik denk het gesprek leuk af te ronden heeft mijn vriend een vis te pakken en vliegt weg.
Reageren? bob.plaswijck@planet.nl