Zonnevelden in De Ronde Venen (deel 3)

De Ronde Venen – De komst van grootschalige zonnevelden in de gemeente De Ronde Venen, houdt inwoners en raadsleden bezig. Afgelopen week vroeg raadslid Ton van Sligtenhorst (CU-SGP) in de raadscommissie Wonen en Ruimte aandacht voor een ingezonden brief van een verontruste inwoner. In die brief staan kritische opmerkingen over het serieus nemen van omwonenden door commerciële initiatiefnemers.

Algemeen verhaal
Wethouder Van Uden beperkte zijn beantwoording tot enkele algemeenheden. Van Uden: “Ik probeer een algemeen verhaal te geven. Als gemeente hebben wij geen gesprekken met inwoners. Wat de precieze stand van zaken is weet ik niet. Onze gemeente heeft in regionaal verband afgesproken dat we hier 95 hectare aan zonneleden gaan aanleggen.”

13 vergevorderde initiatieven
Jan Rouwenhorst (CDA) vroeg de wethouder om uit te leggen wat bedoeld werd met “zonnevelden die in een ver gevorderd stadium zijn”. Volgens Van Uden gaat het om velden waar het college “mee door gaat.” Dat zou komen omdat er een ruimtelijk plan is ingediend bij de gemeente en dat er stappen zijn gezet over waar en hoe. Er zijn nu 13 vergevorderde initiatieven voor grote zonnevelden binnen de gemeente. Er is op dit moment nog geen grootschalig zonneveld gegund. “Het is eerst aan de initiatiefnemer om de participatie te organiseren, zo gaf wethouder Van Uden aan. Concreter werd de beantwoording niet.

Ingezonden brief
Naast kritiek over de gang van zaken in Waverveen vroeg de briefschrijver hoe het zat met het afgeven van een vergunning voor het zonnepark aan de Bovendijk. Volgens de wethouder zijn daar strikte voorwaarden aan verbonden. Zo moet er sprake zijn van participatie, gedeeltelijk lokaal eigenaarschap en de betrokkenheid van een lokale energiecorporatie. Van Sligtenhorst tegen de wethouder: “U lijkt te suggereren dat het mijn kritische vragen zijn, maar ze zijn van een inwoner, die een ingezonden brief heeft geschreven.”

Volgens Van Uden heeft de rijkoverheid onhandig gecommuniceerd bij het naar buiten brengen van een zonneladder, waarbij alleen bij uitzondering zonnevelden op agrarische grond mogen worden aangelegd. Eerst is er de zogeheten Regionale Energie Strategie (RES). Dat zou betekenen dat het gemeentelijk bod van 95 hectare zonnevelden op agrarische grond van toepassing is. Pas daarna zou de beperking van de zonneladder gelden.

Poeldijk en Bovendijk
Opvallend was dat de wethouder op de raadsvragen niet duidelijk aangaf om welke de oppervlakte van zonnevelden het ging. De gemeente kan of moet dat al lang weten. Zo wil Statkraft bij de Poeldijk in Waverveen ruim 11 hectare zonnevelden aanleggen, goed voor 3.000 huishoudens. LC Energy wil aan de Bovendijk in Wilnis 24 hectare zonnevelden ontwikkelen, goed voor 6.700 huishoudens. Beide ondernemingen zijn daarover open op de eigen websites. Dit is gewoon algemene informatie die voor iedereen vrij toegankelijk is.  Anders ligt dat met plannen in de buurt van de Eerste Zijweg en vlak bij de Mijdrechtse Zuwe naar Amstelhoek.  Maar ook daar is ongerustheid bij omwonenden. Serge Kraaikamp (RVB) vroeg bij de wethouder aandacht voor inwoners en hun zorgen.

Bezorgde inwoner
“Het stroomnet kan de kleine aansluitingen niet aan. Hoe kan het dat dan een park met 35.000 panelen wel aangesloten wordt? De plannen voor het zonnepark in Waverveen zouden vergevorderd zijn. Wij hebben eind december een informatieavond en keukentafelgesprek gehad. Wat is dan het argument van een vergevorderd stadium? En wat hiervoor het ijkmoment?” “Er was ons beloofd dat iedereen die zich had aangemeld een verslag zou ontvangen van deze avond. Het enige wat wij ontvangen hebben is een uitnodiging voor een volgende informatieavond in maart. Met één zin over de informatieavond van 13 december: “Er waren voor- en tegenstanders”, zo laat de briefschrijver weten. “Wij hebben aan het einde van de avond mensen gevraagd hun naam en handtekening te zetten, zodat we konden laten zien dat er heel veel tegenstanders waren. Dit hebben we gemaild aan Statkraft. Daarop kwamen zij met de opmerking dat ze dit niet mogen delen in verband met privacy. Toen hebben wij gevraagd of dan in ieder geval in het verslag vermeld kon worden dat er heel veel tegenstanders waren. Met deze opmerkingen wordt niets gedaan.”

“Hoe wordt het aangepakt?”
Een kleine selectie van enkele andere vragen. “Op de avond zelf kon op geen van onze vragen antwoord gegeven worden. Het zonnepark is gepland op een “ja mits” plek. Hoe wordt dit aangepakt? Wat doet zo’n zonnepark met de bodem op de plek van het park en ook met de bodem in de omgeving van het park?” “Er zijn keukentafelgesprekken geweest. In deze verslagen staat nooit dat we tegen zijn. Dit wordt er pas ingezet na hierom gevraagd te hebben. Soms moet er zelfs meerdere keren om gevraagd worden.”

Voorwaarden nog uitwerken
De gemeente is zich goed bewust van de ruimtelijke invloed die zonnevelden hebben. Maar in het beleidsplan staat dat de voorwaarden die landschap en natuur raken, nog in dit beleid moeten worden uitgewerkt. Het gaat dan om optimale inpassing in  de omgeving, de biodiversiteit niet benadelen en eventuele aantasting moet elders gecompenseerd worden.

Zijn de eisen helder?
Er wordt in het gemeentelijk beleid uitgegaan van een “uitnodigingsplanologie”. Dat houdt in dat aan de voorkant aan de potentiële initiatiefnemers heldere eisen en wensen worden meegegeven. De gemeente nodigt initiatiefnemers voor zonnevelden uit om met plannen te komen om invulling te geven aan de gemeentelijke ambitie.

Een duidelijk kader?
Voor deze plannen dient een duidelijk kader aanwezig te zijn. Bij het opstellen van dit kader spelen met name de gevolgen voor de omgeving en het bijbehorende draagvlak, de inpasbaarheid in het landschap en lokaal eigendom een belangrijke rol.

De Provincie hanteert voor zonnevelden een omgevingsvisie en een omgevingsverordening. Daarin staat het beleid dat de provincie heeft voor zonnevelden en welke voorwaarden de provincie daaraan stelt. Het aanvragen van een vergunning moet bij de gemeente gedaan worden. Daarom is de gemeente het eerste aanspreekpunt. Wat weet de gemeente al en wil het college nog niet vertellen?