Ophokplicht bij De Olievaar weer voorbij

Uithoorn – Eindelijk mogen de kippen op kinderboerderij De Olievaar weer lekker rondscharrelen. Vorige week kreeg beheerder Willem Körnmann te horen dat de ophokplicht voor de kippen opgeheven werd. “We hadden er niet op gerekend en waren verrast.” Anderhalf jaar moesten de kippen in een afgeschermd hok blijven om verdere verspreiding van de vogelgriep te voorkomen.

Nu hadden de kippen op deze kinderboerderij niets te klagen. Naast het grote nachthok waar de kippen op stok kunnen slapen en in een nestje hun eieren kunnen leggen werd er een overdekte ren gebouwd, zodat er geen contact kon zijn met wilde vogels. “Later hebben we er nog een stuk bij gebouwd. We willen de kippen alle ruimte geven. Nu kunnen we het dak oprollen, zodat de regen op de grond kan vallen en de kippen lekker kunnen scharrelen.”

In de grote ren zitten tien kippen en een haan. De bekende bruine Leghorn kippen zijn gered van de legbatterij. “De stichting Red een legkip koopt de kippen op als ze niet meer productief zijn, en herplaatst ze om ze nog een goed leven te geven. Toen ze kwamen hadden ze een hele kale hals doordat ze door de tralies moesten eten. Ze zijn een hok gewend waarin ze amper hun vleugels konden bewegen, maar hier zie je dat ze zich weer als een kip gaan gedragen”, vertelt Willem. Ze lopen gemoedelijk tussen de andere rassen zoals het Hollands hoen en nemen een stofbad in de zon of schrapen met hun poten over de grond op zoek naar voedsel.

In een andere ren zitten krielkippen van het kleinste ras Serama. Op een bordje op het hok staat een waarschuwing voor snelle Jettie. “Als de deur maar op een kiertje staat is ze weg. Een keer konden we haar niet vinden, toen zat ze drie meter hoog in een boom.” In de derde ren wordt nog hard gewerkt om de kippen alle ruimte te geven. “We zijn een van de zeven diervriendelijke kinderboerderijen van de bijna vijfhonderd in Nederland”, zegt een trotse beheerder. “De vogelgriep is niet voorbij. We verwachten dat in het najaar de ophokplicht weer zal worden ingevoerd, dus we zijn op zoek naar een meer permanente oplossing voor de kippen.”