Forse kostenstijging voor uitvoering Jeugdwet

De Ronde Venen – De kosten voor de uitvoering van de Jeugdwet zijn fors gestegen. Een geschrokken college meldde dit in maart aan de gemeenteraad en gaf zelf aan dat dit laat bekend is geworden. Een nadere verklaring is zeker nodig, zo stelde het college, maar besloot destijds de raad al in een vroeg stadium te informeren. De financiële tegenvaller op de gemeentelijke begroting bedraagt 2,7 miljoen euro. Dat is een overschrijding van bijna 30 procent op het bedrag dat begroot was.

Gezond en gelukkig
De gemeente heeft de wettelijke plicht jongeren met problemen de juiste hulp op maat te bieden en het opvoedkundig klimaat in gezinnen te versterken. Die hulp en ondersteuning zouden in een zo vroeg mogelijk stadium moeten plaatsvinden. Zo zou later veel duurdere, gespecialiseerde hulp beperkt kunnen beperken. Eenvoudig gezegd: bij de Jeugdwet staan het gezonde en gelukkige kind en gezin centraal. Noodzakelijke hulp en ondersteuning zouden laagdrempelig, vroegtijdig en in samenhang moeten worden aangeboden. En juist bij die aanpak doet zich een grote, blijvende en steeds ernstiger wordende problematiek voor.

Bij de uitvoering van de Jeugdwet is de zogeheten ‘openeinderegeling’ van toepassing. Dat betekent dat gemeenten de kosten voor de aangevraagde en geboden hulp aan jeugdigen altijd blijven doorbetalen. Dat gebeurt zonder dat gemeenten volledige grip hebben op de vraag naar jeugdhulp én de toekenning van de noodzakelijk geachte jeugdhulp. Ook zonder tussenkomst van de gemeente kunnen instanties die hulp als nood-zakelijk aanmerken. De Jeugdwet geldt ook voor jongeren die buiten de eigen gemeentegrens al dan niet gedwongen hulp krijgen. Zo kan verblijf en behandeling in een jeugdinstelling met zware zorg of in een ernstige crisissituatie vele honderden euro’s per dag bedragen.  

Nu staat al vast dat een deel van de financiële tegenvaller wordt verklaard door meer toekenningen: van 671 jeugdigen in 2022 naar 738 in 2023. In één jaar een stijging van 11 procent! Daarnaast zijn de hulpvragen complexer en daardoor vaak duurder, omdat voor langdurige zwaardere hulp- en zorgtrajecten hogere tarieven gelden. Door de wachtlijsten bij de geestelijke gezondheidszorg en de druk in gezinssituaties moet bovendien extra begeleiding worden ingezet.

Raadsvergadering
Vorige week woensdag leidde de eerdere bekendmaking van het college tot het indienen van een ‘motie van treurnis’ in de gemeenteraad. De gemeenteraad gaf daarin aan dat eerder genomen maatregelen onvoldoende waren uitgevoerd en dat daarom de kostenstijging niet vroegtijdig is opgemerkt. Ook werd geconstateerd dat het college van B en W het afgelopen jaar nagelaten heeft belangrijke ontwikkelingen per kwartaal te melden aan de raad. Bovendien werd vastgesteld dat de wethouder heeft erkend dat er veel fout is gegaan en het college “in slaap is gesust”. Opvallend was het standpunt van de CDA-fractie. Fractievoorzitter Jan Rouwenhorst uitte bezwaar tegen de eenzijdige opstelling van andere fracties, die hun kritiek alleen richtten op het college. Volgens Rouwenhorst paste meer aandacht voor de eigenrol van de raad. 

Mattenklopper
“Het gaat hier om zowel brengen als halen.” Hij stelde dat het college overduidelijk te laat informatie heeft gebracht. Maar hij verwoordde ook dat de raad zelf passief en afwachtend is geweest en geen initiatief heeft genomen om actief informatie op te halen. De tekst van motie gaf uiting aan breed gedragen teleurstelling om vervolgens over te gaan “tot de orde van de dag”. Dat betekent dat er geen politieke gevolgen werden verbonden aan de gevoelens van de raad. Rouwenhorst vond dat het college eerder al meer dan duidelijk de blik naar zichzelf had gericht. Voor hem was dat voldoende. Hij typeerde de motie van treurnis als overbodig en maakte de vergelijking met het uitrukken van een mattenkloppersbrigade in schoonmaaktijd die het college niet zou gaan slaan. 

Eerste gele kaart
Wethouder Van der Greft van RVB (Ronde Venen Belang) zag de motie van treurnis als “een eerste gele kaart” en deed voorkomen alsof hij die graag in ontvangst nam namens het hele college van burgemeester en wethouders. Omdat zelfs de coalitiepartijen RVB, VVD en D66 de motie van treurnis tegen hun eigen college indienden, besloot de CDA-fractie na een toelichtende stemverklaring de motie alsnog ook te steunen. Raadslid Van Schaick (CDA) benadrukte in zijn stemverklaring wel duidelijk dat het allereerst gaat om jeugdigen, bij wie aangetoond is dat ze Jeugdhulp nodig hebben. Het college had eerder al aangegeven te onderzoeken of de ingezette beheersmaatregelen wel “voldoende zijn ingebed of verscherping nodig is”, zodat in de toekomst sprake is van een realistische raming.

Foto: links Wethouder Maarten van der Greft (RVB – Ronde Venen Belang), rechts Fractievoorzitter Jan Rouwenhorst (CDA).