Oekraïense vluchtelingen aan de slag bij Royal FloraHolland

AalsmeerDe invasie van Rusland in Oekraïne bracht een enorme stroom aan vluchtelingen op gang. Net als andere Europese landen vangt ook Nederland veel Oekraïense vluchtelingen op. Een deel van hen vond via vaste uitzendpartners de weg naar de werkvloer van Royal FloraHolland. Daar zijn ze zeer welkom, want de veilingen kampen nog steeds met personeelstekort.

De eerste Oekraïense vluchtelingen startten in april bij Royal FloraHolland. Dat zij instructies in de eigen taal krijgen, helpt om meer Oekraïners aan werk te helpen. Via uitzendpartners werken er al 46 vluchtelingen. Een groeiend aantal, want alleen al in Naaldwijk komen daar op dit moment wekelijks acht nieuwe Oekraïense uitzendkrachten bij. Ook in Aalsmeer zijn inmiddels Oekraïense vluchtelingen aan de slag. Jerry Kuper, teammanager Logistiek: “De eerste ervaringen zijn zeer positief. Het is een betrouwbare, gemotiveerde, leergierige en hardwerkende groep. Door de uitstekende samenwerking met de planners en met uitzendbureau Tempo-Team loopt het heel goed.”

De groep wordt in het Russisch aangestuurd, de taal die zij ook onderling spreken. Geert-Jan van Schaik, teammanager Logistiek (Distributie Snijbloemen) in Naaldwijk woonde en studeerde een tijd in Rusland. Zijn kennis van het Russisch komt nu goed van pas. Zijn steun en toeverlaat en de drijvende kracht achter het team is Sonata Zukauskiene uit Litouwen, die naast Litouws ook vloeiend Pools, Russisch en Nederlands spreekt. Sonata kwam vier jaar geleden binnen bij Royal FloraHolland als orderpicker. Inmiddels werkt ze bij Distributie Snijbloemen. Om goed te kunnen werken, houdt het team wekelijks een weekstart in het Russisch. De verkeers- en rijregels en andere instructies zijn in het Russisch beschikbaar.

Cultuurverschillen

Bij het aansturen van Oekraïners merk je wel culturele verschillen. Geert-Jan: “Oekraïners praten niet over leed. Ze geloven dat je meer leed aantrekt door erover te praten. We praten hier dus niet over de oorlog. Mensen zijn ook gewend om op hun woorden te letten. En al sta je nog op een goede voet, wat zij persoonlijk vinden van de oorlog krijg je er niet uit. Oekraïners gebruiken geen overbodige woorden in hun spreektaal. Vertaal je hun taal letterlijk naar het Nederlands dan zeggen ze gerust ‘Kom hier!’, terwijl wij vragen ‘Kun je even hier komen?’ Dat is dus geen onbeleefdheid. Daarnaast zijn ze gewend ‘u’ te zeggen, staan ze op voor ouderen in het openbaar vervoer en zijn ze rustiger dan Nederlanders.”

Aanpakken en leiding geven

De zussen Amalia Korytna en Anaït Azatian kwamen in april via Olympia Uitzendburo bij het team en geven inmiddels instructie aan nieuwe collega’s uit Oekraïne. “Het is goed werken hier”, vindt Anaït. Amalia: “Ik heb wel een voorkeur voor het orderpicken. Dat vind ik leuker dan het werk bij de dozenpool. Er is meer energie, meer onderlinge communicatie en je werkt met meer collega’s.” In hun thuisland waren ze chef in een banketbakkerij, ieder in een eigen filiaal. Ze weten van aanpakken en zijn gewend om leiding te geven. “Dat merk je aan alles”, geeft Geert-Jan aan. “Waar anderen niet aan de slag gaan, en als reden aangeven dat er geen trekkers zijn, regelden zij met handen en voeten zelf de trekkers.”

Bron: Royal FloraHolland