Indrukkend verhaal Zoni Weisz

Aalsmeer – Het had wat moeite gekost om de schrijver Zoni Weisz (geboren in Den Haag op 4 maart 1937 als Johan Weisz) naar Aalsmeer, naar het Boekhuis te lokken. Zo verklaarde eigenaar Constantijn Hoffscholte, organistor van deze avond.  Andere verplichtingen – waar wordt verteld over de geschiedenis en lijden van de Sinti en Roma in de Tweede Wereldoorlog – was de reden dat het steeds maar niet lukte. Dat het er uiteindelijk toch van kwam, is mede te danken aan journaliste Leni Paul. En daar was hij dan dinsdagavond 26 april in De Oude Veiling. Omdat de belangstelling voor de in Aalsmeer bekende Weisz zo overweldigend was, werd er uitgeweken naar De bovenzaal van De Oude Veiling. De spreker was een beetje beduusd van het grote gezelschap. Waarom Weisz moeite had om juist in Aalsmeer te komen vertellen over zijn geschiedenis, werd duidelijk bij zijn inleiding. “Je loopt niet met een tragisch verleden te koop.”

“Ik ben een Sinto”

“Ik zie zoveel bekenden uit mijn bloemenleven. Ik raak daar geëmotioneerd van. Jullie wisten niet echt wie ik was en nu wil ik vanavond het onbekende deel van mijn leven aan jullie vertellen. Ik ben een Sinto, dat ooit werd vertaald als een rondtrekkende bandiet en zo wil je niet genoemd worden.” Vervolgens neemt Weisz zijn toehoorders eeuwen mee terug om over het ontstaan van de Sinti te vertellen.

Hoe kon waanzin zo toeslaan? 

“16 Mei 1944 is de zwartste dag uit de geschiedenis van de Sinti. Hoe kon de waanzin zo toeslaan? In de vroege ochtend werd in het diepste geheim een razzia gepland door de Nederlandse politie. Per trein gaan zij richting Westerbork.” Hij ziet zijn broer, zusje en ouders in de beestenwagen voor het laatst. “Dat gevoel gaat als een golf door mij heen.” Zelf kan hij ontsnappen omdat een ‘goede’ politieman hem toesist: Wegwezen. “Op het perron verloor ik alles wat mij dierbaar was.” De rest van de oorlog zit hij ondergedoken, eerst bij een tante later bij zijn grootouders.

Bloemrijk verleden

Zoni Weisz toont in zijn verhaal hoe sterk hij is. Hij weet na de oorlog een bijzonder bestaan op te bouwen. Na zijn studie aan de Tuinbouwschool werd hem een stageplaats op Paleis Het Loo aangeboden. Zijn militaire dienst vervulde hij in Suriname en ging daarna werken bij de bekende Nederlandse bloemenhandelaar Georg Kiersch in Amsterdam. In 1958 nam Weisz het bedrijf van Kiersch over. Met tentoonstellingen werd hij internationaal bekend en in Nederland een toonaangevend bloemist.

Tot slot van zijn lezing zegt hij: “Hoe uitzichtloos een situatie ook is, als je de juiste mensen tegenkomt die je de weg wijzen en zelf  voldoende doorzettingsvermogen hebt, dan kan je zoals ik toch onvoorstelbaar gelukkig zijn. Ik ben een gelukkig mens!”

Na afloop van het indrukwekkende verhaal volgde spontaan een staande ovatie. Daarna ging het gehele gezelschap naar de bar. Daar lag de in 2016 verschenen autobiografie ‘De vergeten holocaust. Mijn leven als Sinto, ondernemer en overlevende’. Zoni Weisz was nog uren bezig met het signeren.

Janna van Zon

Dit is slechts een deel uit het verslag van Janna van Zon. Het hele verhaal is woensdag 4 mei in de krant te lezen.

Foto: Frank Klaassen