Column Bob: Wandelend in het verhaal (3)

Aalsmeer – Na het inspirerende verhaal van Jaap heb ik een paar keer de Uiterweg gelopen en gefietst. Eén keer in mijn verbeelding in het verleden, waar ik langs de plekken kom waar hij vol passie over vertelde, en één keer in het heden.

1922, wegdromen

Ik wandel op een koude wintermiddag de ‘Buurt’ af. Af en toe moet ik de graskant inspringen als er een paard en wagen of een hondenkar het weggetje onveilig maakt. Links en rechts is een sloot met voor ieder huis een draaibrug. De bruggen staan allemaal opengedraaid, zo kan een praam met planten, bloemen en groente er gemakkelijk doorheen. De huizen aan weerskanten zien er verzorgd uit, zij hebben een rijke uitstraling. De tuinen zijn versierd met buxushagen en -siervormen. Fris-witte lakens wapperen aan lijnen tussen de bomen.

Halverwege de weg verandert het straatbeeld. Het weggetje is hier wat smaller, de huizen zijn kleiner en staan dichter op elkaar, de kwekerijtjes zijn ook veel kleiner en smaller dan aan het begin van de straat. Het wordt koud en links van mij is een cafeetje waar ik een borrel neem. Het cafeetje stelt niet veel voor, twee tafeltjes en een paar stoelen. De vrouw des huizes is tevens de kastelein. Achter in het cafeetje verkoopt zij wat kruideniers-artikelen. Opgewarmd door de borrel loop ik verder en kom ik langs de boerderij van Jaap’s vader. Achter het huis in de kassen bloeien de warm gele dubbelbloemige Pulling-chrysanten. Binnenkort zullen ze met de trekschuit naar Haarlem vervoerd worden, om op de markt verhandeld te worden. Het begint te schemeren, de straatverlichting gaat aan…

‘Bij’namen

Jaap vertelde dat naast de boerderij van zijn vader Haasje en Lijpie woonden, twee zusters met een sigaren- en sigarettenwinkel. Er waren meer van deze nerinkjes maar bij de dames was het altijd gezellig voor veel buurters. Jaap noemde meer bijzondere ‘bij’namen, zoals: de Vetjes, Schijtebroekie, Klaas Plat, Grote Piet en Mooie Piet. Maar ook Morsige Nel, ze was getrouwd met Kees Vreeken en hadden samen zoon Dolle Dries en dochter Margje.  Samen met Dolle Dries was Morsige Nel verantwoordelijk voor het pontje over de Ringvaart. Het pontje was een grote roeiboot waar soms wel twintig man tegelijk mee werden overgezet. Na het roepen van “over” werd er, zelfs na sluitingstijd, om twaalf uur ‘s nachts overgeroeid. Er werd wel eerst gekeken, met behulp van een schijnwerper, of het goed volk was. Jaap en zijn vriend Willem Die werden goed bevonden. De familie woonde in een huisje met lemen vloer en potkacheltje aan het einde van de Uiterweg; een plek waar het altijd gezellig was.

2022 

Op mijn fiets trotseer ik de drukke Stommeerweg en sla linksaf de Uiterweg op. Vracht- en bouwverkeer domineert hier hinderlijk. Links is de sloot er nog, een enkel draaibruggetje knipoogt naar het verleden.

Rechts is al jaren geen sloot meer. Kwekerijen zijn grotendeels verdwenen, zij hebben plaatsgemaakt voor jachthavens. Een enkele boerderij en een paar huizen met allure, uit vervlogen tijden, staan nog fier overeind, een mooi nostalgisch beeld. De oude kwekershuisjes aan het eind zijn helaas schaars. De huizen die er nu staan behoren bijna niet meer aan de oude Buurters. De huidige villa’s geven mij een claustrofobisch gevoel. Het lijkt wel of iedere vierkante meter van de percelen is volgebouwd. Zij ‘sieren’ nu het straatbeeld. Kleine kruideniers- en sigarenwinkeltjes zijn er niet meer. De cafeetjes zijn verdwenen, maar één schrale troost: veel van de villa’s bezitten een eigen privé-café. 

Reacties zijn altijd welkom: bob.plaswijck@planet.nl