Bob: Sprookjeslucht en parelmoer

Aalsmeer – Liggend op mijn rug op het dek van de sloep dwaalt mijn blik af naar de hemel boven mij. Een vliegtuig doorkruist een wolk. Het blauw van de hemel is azuurblauw. De wolken zijn witter dan het witste wit. Honderden ‘beren’ en ‘zeemeerminnen’ zweven op zacht dons voorbij. Er vliegt een vliegtuig door een beer en…. Ineens verrijst er een kasteel. Ik vraag mij af of de beer in het kasteel woont. Het kasteel is een beetje grijzig en heeft een stoere uitstraling; er zal vast een gezellige bruine berenfamilie wonen. Wat is er relaxter dan kijken naar deze versiering van de aarde. 

De zon die schuilt achter de wolken en zich zo nu en dan pontificaal laat zien en haar warmte afgeeft aan de aarde. De witte wolken die op zijn tijd de natuur laten groeien en bloeien, als zij in regen zijn overgegaan. Deze oer-Hollandse zomerse dagen op de Poel zijn zó mooi en rustgevend. Ik woon niet voor niets in een glazen huis, waar de hemel dag en nacht mijn schilderij is….

Mondriaan

Hoog, als een stip in het blauw, laat een vliegtuig een witte streep achter. Een stuk of vijf toestellen kruisen elkaar; kriskras. Strepen vocht laten zij achter die, naar gelang het toestel verder vliegt, steeds breder en breder worden tot zij zijn vergaan. Een schilderij naar Mondriaan verschijnt op mijn netvlies, vlakken, strepen en kleuren. Ik doe mijn ogen dicht, als ik ze weer open is Mondriaan verwaaid. Er verschijnt een ‘paradijsvogel’ waar Mondriaan verdwenen is…. 

Het is tijd om terug naar huis te gaan. Wolken mengen zich met het gladde water van de Poel; grappig hoe zij zich eerst rimpelig laten kietelen door de golfjes en zich dan laten doorsnijden door mijn boot, waardoor er één grote woeste wolkenbrij ontstaat. Rustig vaar ik naar huis terwijl de verhalen van de wolken steeds sneller veranderen door de aanwakkerende wind. De kleuren vervagen in grijzere en vlakkere tinten. Grauw zwartgrijs krijgt de overmacht en langzaam vervagen de bewegende verhalen. Het begint te spetteren.

IJsvogeltje

Een beetje verregend en net thuis aangekomen hoor ik een harde klap tegen het raam, waarschijnlijk is er een vogel tegen het raam gevlogen. Naast de ark, op een waterlelieblad, ligt tot mijn schrik een ijsvogeltje dat dagelijks bij ons om de ark vliegt en op een dukdalf gezeten naar haar prooi zoekt. Het lelieblad is niet sterk genoeg voor haar gewicht en het water omarmt langzaam het vogeltje. Met een visnet kan ik gelukkig de prachtkleurige vogel uit het water scheppen en daarmee haar verdrinkingsdood voorkomen. Voorzichtig breng ik het slachtoffertje naar de tuintafel die vol staat met zeegroene pompoenen. Op een grote pompoen zit zij versuft een minuut of tien bij te komen terwijl zij mij steeds meer in de gaten houdt en alerter wordt. Opeens…. is zij verdwenen. Het spetteren is gestopt, de grijze wolkenlucht breekt open. De zon verschijnt en…. zie ik daar een flits van parelmoer?

Reageren: bob.plaswijck@planet.nl