’t Startnest viert op 22 april 100 jaar Jenaplan

Uithoorn – Het kringgesprek, waar kinderen alles bespreken van wereldnieuws tot het rekenwerk waarmee ze dadelijk verder willen. De themasluiting, waarin kinderen op het podium samen laten zien wat ze geleerd hebben. Je komt het op meer scholen tegen, maar het stamt uit het Jenaplanonderwijs. Precies honderd jaar geleden begon professor Peter Petersen de eerste Jenaplanschool.

Het was pal na Pasen in 1924 dat in het Duitse stadje Jena een heel nieuwe vorm van onderwijs het levenslicht zag. De lente brak aan, de natuur ontwaakte, en dat markeerde destijds de start van het nieuwe schooljaar. Nu, precies honderd jaar later, vieren zo’n 160 Nederlandse basisscholen en vijf middelbare scholen een eeuw Jenaplan.

Eén persoon moet helemaal vrolijk door de straten van het universiteitsstadje gelopen hebben: de pedagoog Peter Petersen. Als leraar, schoolleider en onderzoeker had hij zijn sporen al verdiend en nu mocht hij als kersverse hoogleraar in Jena ook leidinggeven aan een oefenschool, waar hij zijn pedagogische ideeën in de praktijk kon brengen en de effectiviteit ervan kon onderzoeken. Zijn school was pas geslaagd, stelde hij, als minimaal voldaan werd aan de algemeen geldende leerdoelen. Maar zijn ambities reikten verder: het ging hem om de school als leef- en werkgemeenschap, een plek waar je leert samenleven.

Rolwisseling in de stamgroep
Petersen wilde het onderwijs anders organiseren dan gangbaar was. Hij hekelde vooral de jaarklas: een groep kinderen, allemaal even oud, die van jaar tot jaar bij elkaar bleven. Hij zag hoe kinderen die wat trager waren een schoolcarrière lang op hun tenen liepen, terwijl de snelste lezers, rekenaars of atleten altijd moesten wachten op de rest.

In plaats daarvan introduceerde het Jenaplan de stamgroep: meerdere leeftijdsgroepen bij elkaar in een evenwichtige mix van jongste, middelste en oudste kinderen. Het wisselen van rollen geeft dynamiek: je komt het ene jaar binnen als een jongste, maar straks ben je een oudste met meer verantwoordelijkheid en de taak om nieuwe jongsten te helpen. En heb je een rekenknobbel, maar ben je minder goed in spelling, dan loop je met het aanbod van oudere kinderen mee bij rekenen en neem je wat meer de tijd bij schrijfopdrachten.

School waar je leert samenleven
Het Jenaplanonderwijs steunt op vier basisactiviteiten: samenspreken, samen werken, samen spelen en samen vieren. Voor Peter Petersen waren dit de sociale activiteiten waarin mensen met elkaar samenleven. In onderwijs en opvoeding behoren die in een zeker ritme afwisselend aan de orde te komen. Het kringgesprek is misschien wel het bekendste element uit het Jenaplan: de groep komt samen en bespreekt er de planning van de dag, een krantenartikel, een nieuw project of een filosofisch thema. In de eindkring is er ruimte voor de evaluatie van wat er vandaag geleerd is, waar je nog moeite mee hebt, wat er fijn liep en hoe je morgen verder kan.

Op ’t Startnest wordt extra aandacht besteed aan het vergroten van de zelfstandigheid van leerlingen en het leren van jezelf te presenteren. Kenmerkend voor ’t Startnest is de grote saamhorigheid, want we doen het echt met elkaar samen. Ook heerst er een open sfeer op onze school en proberen we buiten de kaders te denken. 

Loop gerust eens binnen op ’t Startnest om kennis te maken met een school die al honderd jaar bij de tijd blijft en vooruitkijkt naar de toekomst. Ze zijn gevestigd aan de Arthur van Schendellaan 100 E