250 Zienswijzen tegen realisatie Waterfront

Aalsmeer – Woensdag 5 augustus hebben Gerard Zelen en Jerney Antonisse een stapel van rond de 250 (!) zienswijzen overhandigd aan wethouder Bart Kabout. De inwoners, voornamelijk uit de Hornmeer, verwachten grote overlast te gaan ondervinden na de realisatie van het Waterfront bij het recreatie-eiland en langs de Westeinder-boulevard. Gerard Zelen laat in een reactie weten dat de bewoners niet tegen de komst van deze recreatieve uitbreiding zijn, maar ze zien graag een aangepast plan uitgevoerd worden om het voor alle omwonenden dragelijk te houden. 

In totaal 252 zienswijzen en een eendje voor wethouder Kabout.

Parkeerdruk en geluidsoverlast

De bewoners zijn bang voor nog meer parkeerdrukte in ‘hun’ woonstraten en voor toename van geluidsoverlast. Momenteel ondervinden de bewoners al regelmatig hinder in de vorm van muziek en schreeuwende mensen in de avond en nacht op het Surfeiland. Zorgen zijn er verder over het zwerfvuil op en rond het Surfeiland, het wildplassen (en zelfs wildpoepen), handhaving (onvoldoende mankracht), de brandweersteiger onveilige situaties), rijksmonument de Watertoren (niet meer beschermd door hekken) en aantasting van belangrijke natuurwaarden (leefgebied rivierdonderpad). 

De brandweersteiger Gebruik door particulieren wordt gedoogd.

Participatie en draagvlak

Volgens de bewoners is er door de gemeente onvoldoende geparticipeerd en wordt het draagvlak voor de komst van het Waterfront te rooskleurig gezien. De werkgroep Waterfront Aalsmeer vraagt de gemeente niet de ‘droomvariant’ te realiseren, maar te kiezen voor variant 2 (zonder barbecue- en zitplekken) of variant 1 (wat nader aangekleed met meer groenvoorzieningen) met als extra aanvulling in beide varianten: geen ontmoetingsplek voor jongeren. 

Het huidige waterfront: Toe aan verbetering.

Lokale voorziening

Allen juichen het overigens wel toe dat het huidige waterfront enigszins wordt verbeterd en verzoeken de wethouder daarom om te onderzoeken of er alsnog draagvlak kan worden gevonden voor variant 1 of 2 met als uitgangspunt dat het een lokale voorziening wordt en niet een recreatieplek die voorziet in een regionale behoefte.